TESLA MODEL X 2020 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: TESLA, Model Year: 2020, Model line: MODEL X, Model: TESLA MODEL X 2020Pages: 277, PDF Size: 7.43 MB
Page 71 of 277

Stuurverwarming
Als de Model X is uit gerust met het optionele
Cold Weather-pakket, kunt u het stuur
verwarmen door te tikken op de
bedieningselementen voor climate control op
het touchscreen (zie Climate control op
pagina 170). Wanneer ingeschakeld, houdt
stralingswarmte het stuur op een aangename
temperatuur.
Claxon
Druk in het midden op het stuur om de claxon
te bedienen. Stuur
70 Handleiding Model X
Page 72 of 277

Spiegels
Buit
enspiegels verstellen
Druk op de knop van de spiegel die u wilt
verstellen (links of rechts). Het lampje van de
knop gaat branden. U kunt dan op de
kiesschijf drukken om de spiegel in de
gewenste positie te zetten. Doe hetzelfde met
de spiegel aan de andere kant. Tik, wanneer
daarom wordt gevraagd, op Save op het
touchscreen om de instelling in het
bestuurderspr o
Page 73 of 277

Als u de selectiehendel in stand D (Rijden) zet,
zullen beide spiegels in de normale s tand
terugkeren (omhoog kantelen). Nu de stand
van de spiegels bij het achteruit rijden is
ingesteld, zullen de spiegels bij het
inschakelen van R (achteruit) automatisch in
de gewenste stand kantelen.
U kunt de functie voor automatisch kantelen
via het touchscreen in- en uitschakelen door
te tikken op Bediening > Voertuig > Spiegels
automatisch kantelen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel wordt automatisch
ingesteld. In D (Drive) of N (Neutraal) wordt
de binnenspiegel automatisch gedimd bij
weinig licht (bijvoorbeeld bij 's nachts rijden of
rijden door een tunnel). Spiegels
72 Handleiding Model X
Page 74 of 277

Starten en uitschakelen
S
tarten
Bij het openen van een portier schakelt de
Model X het instrumentenpaneel en het
touchscreen in en kunt u alle
bedieningselementen gebruiken.
Rijden met de Model X:
1. PRESS THE BRAKE PEDAL - de Model X wordt ingeschakeld en is klaar om te
rijden.
2. SELECT A GEAR - beweeg de schakelhendel helemaal naar beneden
voor vooruitrijden (D) en helemaal
omhoog voor achteruitrijden (R). Zie
Schakelen op pagina 75.
Opmerking: Als de functie Pincode voor rijden
is ingeschakeld (zie Pincode voor rijden op
pagina 194), moet u ook een geldige pincode
invoeren op het touchscreen voordat u kunt
rijden met de Model X.
Opmerking: Als Automatisch ontgrendelen is
uitgeschakeld en u niet binnen ongeveer vijf
minuten het rempedaal intrapt, om de Model X
te starten, wordt een bericht weergegeven op
het instrumentenpaneel en dient u de Model X
met de sleutel te vergrendelen en vervolgens
weer te ontgrendelen voordat u de auto start.
Alles wat van belang is tijdens het rijden,
wordt op het instrumentenpaneel van de
Model X weergegeven.
Sleutel niet aanwezig
Als de Model X geen sleutel detecteert
wanneer u op het rempedaal trapt, verschijnt
er een bericht op het instrumentenpaneel dat
er geen sleutel aanwezig is.
Als u deze melding ziet, plaats de sleutel dan
in de bekerhouder in de middenconsole, waar
de Model X de sleutel het beste kan
detecteren. Als de Model X de sleutel dan nog steeds niet
det
ecteert, houd de sleutel dan tegen de
middenconsole, direct onder de 12V-
aansluiting (zie 12V-stopcontact op pagina
29). Als de sleutel nog steeds niet wordt
gedetecteerd, verwijder dan de batterij van de
sleutel en probeer het opnieuw. Zie Batterij in
sleutel vervangen op pagina 12. Of probeer
een andere sleutel. Neem contact op met Tesla
als een andere sleutel ook niet werkt.
Of de Model X de sleutel kan detecteren,
hangt van verschillende factoren af.
Voorbeelden daarvan zijn een lege batterij in
de sleutel, interferentie van andere apparatuur
die gebruik maakt van radiosignalen en fysieke
obstakels tussen de zender en de ontvanger.
Houd de sleutel altijd bij u. Na het rijden is de
sleutel nodig om de Model X na uitschakeling
opnieuw te kunnen starten. Bij het verlaten
van de Model X moet u de sleutel meenemen
om de Model X handmatig of automatisch te
vergrendelen.
Uitschakelen Zet de auto na het rijden in stand P (Parkeren)
door de toets op het uiteinde van de
selectiehendel in te drukken. De parkeerrem
wordt automatisch ingeschakeld en alle
systemen blijven werken. Als u met de sleutel
de Model X verlaat, zal de auto zichzelf
automatisch uitschakelen en gaan het
instrumentenpaneel en het touchscreen uit.
Model X schakelt zichzelf ook automatisch uit
als de auto langer dan 15 minuten in de stand
P (Parkeren) staat, ook als u nog achter het
stuur zit.
Hoewel dit gewoonlijk niet nodig is, kunt u de
Model X uitschakelen terwijl u achter het stuur
zit, op voorwaarde dat de auto stilstaat. Tik op
Bediening > Veiligheid en beveiliging >
Uitschakelen. Model X schakelt zichzelf
automatisch weer in als u het rempedaal
intrapt of het touchscreen aanraakt.
Opmerking: Model X zet de auto automatisch
in de stand P (Parkeren) zodra gedetecteerd is
dat u de auto hebt verlaten, ook al hebt u zelf
eerst naar de stand N (Neutraal) geschakeld.
Zie Uw auto in de stand N (Neutraal) houden
(sleepmodus) op pagina 76 als u de Model X
in Neutraal wilt laten staan. Starten en uitschakelen
Rijden
73
Page 75 of 277

Opnieuw starten van het
t
ouchscreen
Als uw touchscreen niet meer reageert of niet
naar behoren werkt, kunt u het opnieuw
opstarten om het probleem op te lossen.
Opmerking: Om de veiligheid van de
inzittenden en die van andere weggebruikers
te garanderen, mag u het touchscreen alleen
opnieuw opstarten wanneer de auto in de
stand P (Parkeren) staat.
1. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren).
2. Houd beide scrolltoetsen op het stuur
ingedrukt totdat het touchscreen zwart
wordt. 3.
Na enk
ele seconden verschijnt het Tesla-
logo. Wacht ongeveer 30 seconden tot
het touchscreen opnieuw wordt
opgestart. Als het touchscreen na enkele
minuten nog steeds niet reageert of niet
naar behoren werkt, schakel de auto dan
uit en vervolgens weer in. Zie De auto uit-
en weer inschakelen op pagina 74.
Opmerking: Door het opnieuw opstarten van
het touchscreen met de scrolltoetsen wordt
niet de Model X in- en uitgeschakeld.
De auto uit- en weer inschakelen Als uw auto niet naar behoren werkt of een
onbekende waarschuwing aanwezig is, kunt u
het probleem proberen op te lossen door de
auto uit en weer in te schakelen.
1. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren).
2. Tik op Bediening > Veiligheid en
beveiliging > Uitschakelen op het
touchscreen.
3. Wacht ten minste twee minuten zonder
interactie met de auto. U mag niet de
portieren openen, het rempedaal
aanraken, het touchscreen aanraken, etc.
4. Trap na twee minuten het rempedaal in of
open het portier om de auto te activeren. Starten en uitschakelen
74 Handleiding Model X
Page 76 of 277

Versnellingen
Schak
elen
Als de Model X in stand P (Parkeren) staat,
moet u eerst het rempedaal intrappen om een
andere versnelling in te schakelen.
Duw de hendel omhoog of omlaag om een
versnelling te kiezen. Als u tijdens het rijden probeert een
v
ersnelling in te schakelen die niet geschikt is
vanwege de snelheid waarmee u op dat
moment rijdt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt de
desbetre
Page 77 of 277

Uw auto in de stand N (Neutraal)
houden (sleepmodus )
Model X wordt automatisch in stand P
(Parkeren) gezet wanneer u de Model X
uitschakelt en verlaat. Om de Model X in de
stand N (Neutraal) te houden, zodat de auto in
bijzondere situaties vrij kan rollen
(bijvoorbeeld om de auto op een
transportvoertuig te plaatsen enz.), activeert u
de sleepmodus:
1. Zet de selectiehendel in stand P
(Parkeren).
2. Trap het rempedaal in.
3. Tik op Bediening > Service > Sleepmodus.
Model X geeft een piepje en schakelt dan naar
stand N (Neutraal) (waardoor de parkeerrem
wordt vrijgegeven). Wanneer de Model X in de
sleepmodus s
taat, gaat dit
controlelampje op het
instrumentenpaneelbranden en
verschijnt er een bericht om aan te
geven dat de Model X vrij kan rollen.
Opmerking: In de Sleepmodus k
an de Model X
niet in een versnelling gezet worden. Zet de
selectiehendel in stand P (Parkeren) of tik
nogmaals op Sleepmodus om de Sleepmodus
uit te schakelen. De Sleepmodus wordt ook
geannuleerd als u de parkeerrem via het
touchscreen aantrekt (Bediening > Veiligheid
en beveiliging > Parkeerrem). Versnellingen
76 Handleiding Model X
Page 78 of 277

Verlichting
Bediening v
erlichting
Tik op Bediening > Verlichting op het
touchscreen om de verlichting te bedienen.
Naast de verlichting die u via het touchscreen
kunt bedienen, heeft de Model X voor uw
gemak verlichting die automatisch aan- en
uitgaat op basis van wat u op dat moment
doet. Zo gaan de binnenverlichting,
contourverlichting, achterlichten,
instapverlichting en de verlichting van de
portierkrukken branden wanneer u de Model X
ontgrendelt, een portier opent en de
selectiehendel in stand P (Parkeren) zet. Na
ongeveer 2 minuten gaat de verlichting
automatisch weer uit of eerder als u een
versnelling inschakelt of de Model X
vergrendelt.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is
uitsluitend bedoeld ter verduidelijking.
Afhankelijk van de opties, de softwareversie
en het land van bestemming kan de informatie
op het touchscreen enigszins afwijken. 1.
T
elkens wanneer u de Model X start, wordt
de buitenverlichting (koplampen,
achterlichten, contourverlichting,
parkeerlichten en
kentekenplaatverlichting) ingesteld op
AUTO. Indien ingesteld op AUTO wordt de
buitenverlichting automatisch
ingeschakeld tijdens het rijden bij
onvoldoende daglicht. Ook al schakelt u
een andere instelling in, de volgende keer
dat u de auto start, wordt altijd de
instelling AUTO hersteld. Kies een van deze opties om de
ins
tellingen van de verlichting tijdelijk te
veranderen:
• UIT: De buitenverlichting gaat uit
totdat u deze handmatig weer inschakelt of tot de volgende keer dat
u rijdt. Als in uw regio
dagrijverlichting vereist is, is de
buitenverlichting die voor dit doel
wordt gebruikt altijd aan als de
rijversnelling is ingeschakeld.
• PARKEREN: Alleen de
contourverlichting, parkeerlichten,
achterlichten en kentekenplaatverlichting worden
ingeschakeld.
Opmerking: Als in uw regio
dagrijverlichting vereist is, is de
buitenverlichting die voor dit doel
wordt gebruikt altijd aan als een
versnelling (vooruit of achteruit) is
ingeschakeld.
• AAN: De buitenverlichting wordt
ingeschakeld. Attentie: Z
org ervoor dat uw
koplampen altijd aan staan onder
omstandigheden met beperkt zicht.
Als u dit niet doet, kan dit tot
botsingen leiden.
2. T
ik, indien aanwezig, om de mistlichten in
of uit te schakelen. Mistlampen werken
alleen als het dimlicht van de auto is
ingeschakeld. Worden de koplampen
uitgezet, dan gaan de mistlichten ook uit. Het controlelampje van de
mis
tachterlichten op het
instrumentenpaneel gaat branden
wanneer de mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Het controlelampje van de
mis
tlampen vóór op het
instrumentenpaneel gaat branden
als de optionele mistlampen vóór
zijn ingeschakeld.
Opmerking: A
fhankelijk van de marktregio
en voertuigopties, is uw auto mogelijk niet
uitgerust met mistlampen vóór en/of
mistachterlichten.
Opmerking: In sommige regio's is
bediening van de mistlampen vóór niet
mogelijk. Ze werken dan in samenhang
met de koplampen en worden alleen
ingeschakeld in situaties waarbij het
dimlicht is ingeschakeld. Verlichting
Rijden
77
Page 79 of 277

3.
Schakel de binnenverlichting (leeslampjes)
in of uit. Indien ingesteld op AUTO, gaat
alle binnenverlichting automatisch aan bij
het ontgrendelen van de Model X, bij het
openen van een portier om de auto te
verlaten en als de selectiehendel in de
stand P (Parkeren) wordt gezet.
Opmerking: U kunt de binnenverlichting
ook handmatig in- en uitschakelen door
op de lens te drukken. Als een
binnenverlichting met de hand is
ingeschakeld, gaat deze automatisch uit
als de Model X uitgeschakeld wordt. Als
de Model X al was uitgeschakeld toen u de
binnenverlichting handmatig inschakelde,
gaat deze na 60 minuten automatisch
weer uit.
4. Als u SFEERVERLICHTING inschakelt,
gaat de binnenverlichting branden als de
koplampen zijn ingeschakeld.
5. Als u de Automatisch grootlicht
inschakelt, wordt het grootlicht
automatisch gedimd wanneer er licht vóór
de Model X wordt gedetecteerd. Zie
Grootlicht op pagina 79.
6. Als u Koplampen na uitstappen inschakelt,
blijft de buitenverlichting korte tijd
branden nadat u bent gestopt met rijden
en de Model X parkeert bij weinig licht. Zie
Koplampen na uitstappen op pagina 79. Verlichting
78 Handleiding Model X
Page 80 of 277

Grootlicht
Duw de hendel aan de link erzijde van het stuur
van u af om het grootlicht continu aan te
zetten. Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht weer uit te schakelen.
Om het grootlicht kort te laten knipperen,
trekt u de hendel naar u toe. Het grootlicht kan automatisch worden
gedimd w
anneer er licht vóór de Model X
wordt gedetecteerd (bijv. van een
tegenligger). Tik op Bediening > Verlichting >
Automatisch grootlicht om deze functie in of
uit te schakelen.
Opmerking: De gekozen instelling wordt
bewaard tot u deze handmatig wijzigt.
In situaties waarin grootlicht wordt
uitgeschakeld omdat Automatisch grootlicht
is ingeschakeld en er licht vóór de Model X
wordt gedetecteerd, kunt u het grootlicht
tijdelijk inschakelen door de hendel helemaal
naar u toe te trekken.
De volgende controlelampjes zijn zichtbaar op
het instrumentenpaneel om de status van de
koplampen aan te geven: Het dimlicht is ingeschakeld.
Het grootlicht is ingeschakeld. Gaat
br
anden wanneer het grootlicht is
ingeschakeld maar Automatisch
grootlicht is uitgeschakeld of
Automatisch grootlicht is
ingeschakeld maar tijdelijk niet
beschikbaar is. Grootlicht staat op dit moment aan
en A
utomatisch grootlicht is actief
om grootlicht uit te schakelen als er
licht vóór de Model X wordt
gedetecteerd. Grootlicht is tijdelijk uitgeschakeld
omda
t Automatisch grootlicht actief
is en licht vóór de Model X heeft
gedetecteerd. Wanneer er geen licht
meer wordt gedetecteerd, wordt
grootlicht automatisch weer
ingeschakeld. Attentie: A
utomatisch grootlicht is slechts
een hulpmiddel en heeft een aantal
beperkingen. Het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om ervoor te zorgen dat koplampen altijd
op de weers- en rijomstandigheden zijn
afgestemd.
Koplampen na uitstappen
Als de Model X bij w
einig daglicht wordt
geparkeerd, blijft de buitenverlichting aan.
Deze verlichting gaat na één minuut of
wanneer u de Model X vergrendelt
automatisch uit.
U kunt deze functie in- en uitschakelen door te
tikken op Bediening > Verlichting >
Koplampen na uitstappen. Als Koplampen na
uitstappen is uitgeschakeld, gaan de
koplampen uit zodra u de stand P (Parkeren)
kiest en een portier opent.
Adaptive Front Lighting System
(AFS)
Het Adaptive Front Lighting System (AFS)
past, indien aanwezig, automatisch de
lichtbundel van de koplampen aan om uw
zicht tijdens het rijden te verbeteren.
Elektrische sensoren meten de rijsnelheid,
stuurhoek en gierbeweging (de draaiing van
de auto om de verticale as) om de optimale
positie van de koplampen te bepalen aan de
hand van de huidige rijomstandigheden.
Bijvoorbeeld, om het zicht tijdens het rijden
op slingerende wegen in het donker te
verbeteren, werpt het AFS de lichtbundel in
de richting van de bocht. Wanneer het
dimlicht is ingeschakeld of wanneer langzamer
wordt gereden, verbetert AFS de verlichting in
de breedte om voetgangers en stoepranden
beter zichtbaar te maken en het zicht te
verbeteren bij het afslaan op een slecht
verlichte kruising, op een oprit, of bij het keren
op de weg. Verlichting
Rijden
79